Direct naar de contentDirect naar de footer

De geschiedenis van Van der Valk

Hotel De Gouden Leeuw is het eerste hotel van Van der Valk. De rijke geschiedenis van het familiebedrijf start met het moment dat Nicolaas van der Valk boerderij De Gouden Leeuw koopt. We vertellen u graag meer over de plek waar het allemaal begon en hoe het imperium is uitgegroeid tot de keten met ruim 100 hotels en restaurants.

Het begin

Het begin

In 1862 kocht landarbeider Nicolaas op een veiling De Gouden Leeuw, een boerderij met melklokaal, voor 4210 gulden. Met boerendochter Amalia trouwde hij en samen kregen ze maar liefst 14 kinderen. Nadat ze helaas al vroeg overleed zat Nicolaas niet lang bij de pakken neer en hertrouwde al snel met hun huishoudster, Elisabeth. Elisabeth kende hij al van vroeger, omdat hij als 'bijbaantje' op haar paste als baby. Er was dus een groot leeftijdsverschil, maar dat deerde Nicolaas niet. Met zijn nieuwe liefde kreeg hij nog eens 10 koters. In totaal kreeg Nicolaas dus 24 kinderen!

Van melklokaal naar café

Van melklokaal naar café

Om alle monden te kunnen voeden verkocht hij melk aan de burgers van Voorschoten. Het melklokaal liep goed, maar toch bracht het niet voldoende op. Nicolaas kwam op het idee om De Gouden Leeuw om te toveren naar café en verkreeg de vergunning van de gemeente. Het café lag aan de Veurseweg, de drukke verbindingsweg tussen Leiden en Den Haag. Boeren die hun koeien naar de markt brachten kwamen op de koffie in het café. Het werd er een drukte van jewelste: aan het begin van de 20e eeuw was De Gouden Leeuw een begrip in Voorschoten én omstreken.

De uitbreiding door Martinus

De uitbreiding door Martinus

Na het overlijden van Nicolaas runde erfgenaam Elisabeth, de vrouw van Nicolaas, samen met haar zus de hoeve tot ze besloot de onderneming aan haar jongste zoon Martinus te verkopen voor 12.000 gulden. Hij breidde het café uit met o.a. een kinderspeeltuin en een slagerij. In 1921 trouwde Martinus met Rie en zij kregen samen 12 kinderen.

Rie komt in beeld

Rie komt in beeld

Terwijl Rie hard werkte in het café en de huishouding, is Martinus veel onderweg voor zijn succesvolle autohandel. Het viel hem op dat je buiten de deur nergens zo lekker kon eten als thuis en zo ontstond het idee om eten aan te bieden in het café. Rie was degene die hier vervolgens voor zorgde door zelf in de keuken te gaan staan. Rie stelt Martinus ook voor om wat extra slaapkamers te bouwen boven het café. Zo werd Rie de motor achter het ontstaan van de eerste hotelkamers van Van der Valk en de eerste menukaart.

De Tweede Wereldoorlog

De Tweede Wereldoorlog

In 1939 wordt De Gouden Leeuw gesloopt. De hoeve lag net iets te dicht bij de Veurseweg, die verbreed moest worden vanwege het toenemende verkeer. Martinus zorgt ervoor dat hetzelfde jaar De Gouden Leeuw weer kan worden heropend. Helaas breekt niet snel daarna de Tweede Wereldoorlog uit. Na de capitulatie van Nederland was Martinus voor het onderhoud van zijn gezin vooral aangewezen op de veehouderij; de handel in auto’s was ten einde. Toen de Duitsers eind 1942 het hotel-restaurant met de woning en bijgebouwen veroverde, werd het leven pas écht anders. De familie vluchtte naar Martinus’ nieuwe boerderij in Stompwijk. Na dolle dinsdag, toen bekend werd dat veel landen al waren bevrijd, vluchtten de Duitsers uit De Gouden Leeuw en trokken de Valken er weer in. Het gezin had alles doorstaan, maar De Gouden Leeuw was volledig uitgewoond en het gloednieuwe pand van vóór de oorlog moest opnieuw worden verbouwd.

De wederopbouw

De wederopbouw

De familie zorgt ervoor dat het pand weer wordt opgeknapt en de inkomsten komen meteen weer op gang als in 1945 pal voor de deur een bevrijdingsoptocht wordt georganiseerd. In die jaren ontdekte Martinus dat je klanten kunt binden door ze te voorzien van een groot bord eten tegen een schappelijke prijs. Waar andere restaurants moesten bezuinigen op vlees, presteerde De Gouden Leeuw het om gasten grote borden te serveren, met malse stukken vlees van eigen koeien, schapen en varkens uit Stompwijk. De Gouden Leeuw draaide uitstekend en werd ook steeds bekender bij het grote publiek.

Iedereen werkt mee

Iedereen werkt mee

Het was hard werken in het gezin Van der Valk, stilzitten deden ze geen moment. Martinus had bedacht dat hij voor elk kind een zaak wilde verkrijgen en ging op zoek naar geschikte horecabedrijven om over te nemen. De zaken die Martinus kocht, waren doorgaans ondernemingen die er financieel slecht voor stonden, maar waar hij wel brood in zag. Cadeau kregen de kinderen de zaken echter niet. Alle kinderen moesten vroeg aan het werk om hun steentje bij te dragen.

Arie & Gerrit

Arie & Gerrit

Twee zonen van Martinus die steeds meer op de voorgrond traden waren Arie en Gerrit. Arie verzorgde vooral de financiële kant van het concern, Gerrit was de ondernemende van de twee en ontpopte tot een getalenteerd ‘locatiescout’. Hij wist feilloos horecagelegenheden en stukken grond te vinden waar de familie goed lopende vestigingen van kon maken.

Het logo

Het logo

Zo rond 1956 is de familie al een tijdje op zoek naar een bruikbaar symbool dat als logo voor alle vestigingen kan worden gebruikt. Een valk was geen optie, want zo net na de oorlog hadden veel mensen nog nare herinneringen aan de roofvogelsymboliek die door de nazi’s werd gebruikt. Gekozen werd voor de toekan. Zoals Gerrit zei: “Als een valk slaapt is ’t niks en gaat hij op roof uit, dan is het net een adelaar. Een toekan is een mooie, grote, tropische vogel, een vrolijk beest, een gezellig beest. Dat past veel beter bij ons”.

De huisstijl

De huisstijl

Met de aankoop van horecagelegenheden voor ieder kind werden de jaren zeventig en tachtig de jaren van gigantische groei en nieuwbouw. Overal verschijnt de snavel op het dak en mede hierdoor kregen de vestigingen een herkenbare huisstijl. Alle Van der Valk-restaurants serveerden gerechten volgens de gouden formule van Martinus en de appelmoes met de gekonfijte kerst werd een bijna net zo vertrouwd beeldmerk als de toekan. Ook de inrichting van de meeste restaurants was identiek. Hoewel achter dit laatste geen filosofie zat, zo vertelt Gerrit in 1972: “Die inrichting, die vrijwel overal hetzelfde was en is, was geen opzet. Er werd scherp ingekocht en dat leverde een bepaald model tafel, stoel, kleedje, plantenbak et cetera op. Bij een volgende zaak werd weer zo scherp mogelijk ingekocht en dat er toen weer dezelfde materialen uitkwamen, was gewoon toeval.”

Nevenactiviteiten

Nevenactiviteiten

De expansie beperkte zich overigens niet tot de bouw van horecagelegenheden. Dit vanuit de sinds Martinus’ gangbare gedachte dat Van der Valk liever niet afhankelijk is van derden om de doelstelling ‘een goed product tegen de laagst mogelijke prijs’ te handhaven. Naast een eigen architectenbureau en een eigen aannemingsbedrijf wordt er in de jaren zeventig en tachtig een hele reeks aan nevenactiviteiten gestart. De familie is groot, dus voor al deze activiteiten hebben Gerrit en Arie doorgaans snel iemand gevonden.

De keten breidt uit

De keten breidt uit

Medio jaren tachtig is het concern alweer veel groter geworden dan tien jaar daarvoor. Er zijn veel nieuwe aankopen gedaan en forse verbouwingen verricht aan bestaande vestigingen. Op dat moment staat de toekan in eigen land op 27 vestigingen, telt het concern al tweeduizend hotelkamers en worden in die periode al ongeveer twaalf miljoen maaltijden per jaar geserveerd. De omzet ligt ruim boven de 200 miljoen gulden op jaarbasis.

De junioren

De junioren

In deze periode ontstond er echter bij de junioren ook langzaam onvrede over de gang van zaken. Ad van der Valk, de oudste zoon van Gerrit: “Toen wij begonnen in de jaren zeventig hadden wij geen enkele moeite met de gang van zaken en de structuur. Alle aandelen zaten in de Valkenhorst BV. Als je dan vroeg hoe we dat later zouden gaan regelen, kreeg je altijd te horen: “Mondje dicht en gewoon goed luisteren.” Maar zonder weerstand geen ontwikkeling. Het was uiteindelijk onvermijdelijk dat wij in verzet kwamen tegen het ouderlijk gezag. Zeker gezien wij inmiddels zelf ervaren ondernemers waren geworden. Uiteindelijk kozen wij met het oog op de toekomst voor onafhankelijkheid.”

Een nieuwe bedrijfsvoering

Een nieuwe bedrijfsvoering

In 1985 werd een eigen holding opgezet met certificaten en een eigen centrale inkoop: de BV Van der Valk Nederland. In 1995 groeide bij een aantal familieleden alsnog het besef dat er echt iets substantieels moest veranderen. Uiteindelijk werd het concern in 1997 opgesplitst in negen staken. Elke staak had een aantal hotels en restaurants in eigendom, was juridisch onafhankelijk en mocht zelfstandig opereren. Ondanks de splitsing bleek de wil om bij elkaar te blijven onder de vlag met de toekan sterker dan de verleiding om geheel afzonderlijk verder te gaan. Wel veranderde de organisatie: de bedrijfsstructuur werd losser en de vestigingen werden zelfstandiger. Als de verdeling eindelijk een feit is op 29 februari 1996, knallen de champagnekurken in Avifauna. De jaren daarna staan in het teken van stabilisatie. Er wordt weinig aangekocht en het accent kwam even te liggen op het opknappen en uitbreiden van de bestaande locaties.

Naar het Van der Valk van nu

Naar het Van der Valk van nu

Vanaf 2000, na een betrekkelijk rustige periode van vijf jaar, gaat de familie weer vol ambitie op zoek naar verdere groei. In 2010 zijn er vele vestigingen bijgekomen en heeft er een verschuiving plaatsgevonden. Oorspronkelijk lagen alle vestigingen op doorgaande routes, aan of dicht bij de snelwegen. Vanaf de jaren tachtig begeeft de familie zich ook in de binnensteden. Die ontwikkeling zet zich steeds verder door. Ook qua uitstraling verandert er veel; Van der Valk maakt in sneltreinvaart een gigantische metamorfose door. De huidige én nieuwe hotels worden van top tot teen aangepast aan de eisen van de tijd, interieurs vernieuwd en waar nodig uitgebreid met nieuwe hotelaccommodatie en andere faciliteiten. Gasten die anno 2020 bij Van der Valk een kamer of een vergaderzaal huren, weten niet wat ze zien als ze de entourage vergelijken met jaren geleden. Alles, maar dan ook alles is er veranderd. Het merk Van der Valk is ontegenzeggelijk een A-merk geworden en bij alle vestigingen wappert nog steeds met trots de Toekanvlag.